Spijkers op laag water

Uit: Wijkkrant 7, februari 2000

In 2002, dus over twee jaar, zou het zover moeten zijn; de prostitutie vertrekt uit het Spijkerkwartier. De bedoeling is vooralsnog dat de ondernemers hun nering verplaatsen naar een anoniem bedrijventerrein, waar de reeds daar gevestigde ondernemers weer niet zo blij mee schijnen te zijn. Het is evenwel een logische ontwikkeling. Elke bedrijfstak die het vooral moet hebben van gemotoriseerde klanten verdwijnt naar de periferie, dichtbij uitvalswegen en ruim voorzien van parkeergelegenheid.
Ondernemers in de prostitutie hebben in de discussie over hun bestaansrecht in deze buurt steeds gehamerd op het belang van het “kijken” – de kijkers van vandaag zijn de neukers van morgen. Deze kijkers zouden volgens hen een sterke voorkeur hebben voor het kijken vanachter het stuur van hun auto. Een gezonde bedrijfsvoering zou niet mogelijk zijn zonder het onder buurtbewoners beruchte rondjes rijden. Het lijkt daarom verwonderlijk dat men, nu de fysieke afsluiting voor gemotoriseerd verkeer tijdens de piekuren al geruime tijd een feit is, geen grote haast maakt met de verhuizing naar autovriendelijker oorden. Gebrek aan bedrijfs-kapitaal kan daarvoor nauwelijks de reden zijn, gezien alleen al de prijs-ontwikkeling van onroerend goed in de wijk.
Er moet dus een andere verklaring zijn voor deze, de ware ondernemer wezensvreemde, berustende houding. Blijkbaar neemt de klandizie toch de moeite en het risico – het blijft een buurt met een slechte naam – het veilige eigen blik te verlaten reeds vóór er een keuze is gemaakt uit de uitgestalde koopwaar.
Dit was, de klaagzangen der ondernemers ten spijt, te verwachten. Het gaat hier immers om een bedrijfstak die bestaat bij de gratie van een aandrift die zo sterk is, dat men zelfs bereid is zijn al dan niet ritmisch dreunende trots even te laten voor wat hij is om de wat minder imposante en luidruchtige trots te voet
achterna te lopen.
In Den Haag wordt het bewijs voor deze stelling al jaren geleverd. De florerende prostitutie is daar geconcentreerd rond een voetgangersgebied, compleet met de overbekende bloembakken. Wat in Den Haag kan, had ook hier gekund, zou je zeggen. Tenslotte heet het hier het ‘Haagje van het Oosten’. Overigens raad ik ook niemand aan zich op een zaterdagavond per auto langs de Amsterdamse wallen te begeven.
Het poldermodel mag ons land dan internationale naam en faam hebben opgeleverd, het is niet zo dat dit model binnen onze landsgrenzen per definitie wordt gehanteerd.
Achteraf kunnen zekere betrokkenen verzuchten dat het misschien verstandig was geweest om eerder bakzeil te halen. Gedane zaken nemen echter geen keer. Vooral de buurtbewoners zullen de gemeente dit laatste blijven voorhouden.